Opbouw Veemgebouw: golvende gevel biedt venster op Eindhoven
De opbouw van het Eindhovense Veemgebouw is letterlijk de kroon op het werk. In de voormalige opslag voor Philipsapparatuur bevinden zich nu 39 woningen voor huishoudens met een middeninkomen. Uitvoerend architect Piet Vrencken is trots op de gevel. “Die golvende contouren geven dit gebouw echt een smoel.”
Wonen in een Rijksmonument op Strijp-S. Dat kan op de bovenste verdieping van het Veemgebouw. Het pand uit 1949 deed vooral dienst als opslag voor het zenderlaboratorium. Ook vonden er de allereerste tv-uitzendingen van Nederland plaats. Dankzij de Philipsantenne was het bereik zo’n 40 kilometer. Daarnaast deed de oude opbouw op het Veem dienst als gym voor het Philips-personeel. Ook werden buitenlandse gasten rondgeleid door de showroom. Anno 2022 kun je er wonen met een royaal uitzicht over Eindhoven. Zo realiseerde opdrachtgever Trudo er negentien maisonnettes, negentien studio’s en één drielaagse woning. Piet Vrencken van V/Architecten was als uitvoerend architect verantwoordelijk voor de technische begeleiding. “Wij kennen dit gebied goed. Zo begeleidden wij ook de bouw rond de Kruidenbuurt en de gebouwen Gerard en Anton. Het is een eer om aan een gebouw met zoveel historie te werken.”
Langlopend traject
Het ontwerp voor de opbouw kwam uit de koker van het Londense architectenbureau Caruso St. John. Zij wisten de prijsvraag van opdrachtgever Trudo te winnen. Om het proces vlot te trekken, schakelde Trudo het bureau V/Architecten in. Vrencken deed ook de voorstudie. Toen de bouw kon beginnen, gooide de economische crisis in 2012 roet in het eten. Vrencken memoreert: “Dat was echt een flinke streep door de rekening. De opdracht werd in de ijskast gezet. We mochten alleen de begane grond en de eerste twee parkeerlagen afmaken. Ik vroeg mij toen regelmatig af of we het ooit nog af zouden zien. Er kwamen later nog diverse alternatiefplannen voor woningbouw op tafel. Die haalden het allemaal niet. Gelukkig mochten we het in 2020 afmaken volgens het originele ontwerp.”
Tweede leven
Zijn eerste bezoek aan het Veemgebouw herinnert Vrencken zich nog goed. Hij begreep toen meteen hoe het gebouw aan zijn naam kwam. “Veem betekent letterlijk opslag. Dat was goed te zien. Overal stonden nog rekken en stellages waar de apparatuur vroeger uitgestald stond. Woningbouw op de onderliggende etages was vanwege de krappe indeling en de kleine raampartijen niet mogelijk. Daarom zijn op de tussengelegen verdiepingen parkeerplaatsen gemaakt. De lichttoren, Gerard en Anton mochten wij al eerder begeleiden. Het zijn gebouwen met een specifieke draagstructuur. Het is voor mij als architect een uitdaging ze te herbestemmen voor nieuwe functies. De optopping maakte woningbouw bij het Veemgebouw juist wel mogelijk. Zo konden we het gebouw toch een tweede leven geven.”
Golvend effect
Voor Vrencken begon vervolgens een studie naar de mogelijkheden van het gebouw. Hij kon daarbij putten uit originele goed geconserveerde documenten. Vrencken hierover: “Alle oorspronkelijke tekeningen en belastingaannames waren bewaard gebleven. Dat was voor ons zeer nuttig. Het doel was het realiseren van een stedelijke woonomgeving aan de buitenzijde met een patio aan de binnenzijde. Vast stond dat de belasting op de betonnen kolommen moest rusten. Hiervoor ontwikkelden wij een stalen balkenraster waar de woningen op staan.” Het gebouw openbaart zich als een grote monoliet van baksteen. Op de begane grond bevindt zich een supermarkt en food court. De echte blikvanger is volgens Vrencken de gevel. Die kwam tot stand door een goede samenwerking met gevelbouwer Thermo Konstrukties. “Je ziet fraai metselwerk met afgeronde vormen waarin de openingen zijn ingepast. Het gebouw bestaat uit drie moten die onderbroken worden door een vlak tussenstuk. In de tussenstukken zijn de hoeken afgerond. Dit geeft een golvend organisch effect.”
Knallende kozijnen
De woningen zijn gesitueerd rondom een groen binnenhof op het dak. Door de hoge ommuring wordt het stadse geluid hier geweerd waardoor de binnenplaats een serene rust uitademt. Ook de kleurstelling van de kozijnen is opvallend. Vrencken legt uit: “Geel en blauw zijn misschien niet de meest gangbare kleuren. Hier was het een bewuste keuze. Het zijn namelijk de originele kleuren van het pakhuis. Het is dus eigenlijk een knipoog. Hetzelfde geldt voor het gelige baksteen aan de buitenzijde. Die kleur was echt kenmerkend voor de Philips-gebouwen in die tijd. Een andere mooie verwijzing is helaas nog niet zichtbaar; een afgeleide van de oorspronkelijke zendmast wordt nog teruggeplaatst op het dak. Als referentie naar de eerste tv-uitzendingen die vanuit dit gebouw verzorgd werden. Dat is letterlijk de kroon op ons werk. We hopen dat Eindhoven dan weer een icoon rijker is.”