Extension to the Historisches Museum in Bern
MUSEUMUITBOUW
Subtiele dialoog door vorm en kleur Met het project ‘Kubus/Titan’ is het Zwitserse architectenbureau ‘:mlzd’ erin geslaagd het probleem van ruimtegebrek in het Historisches Museum Bern op te lossen en tegelijkertijd een bijdrage te leveren aan stadsontwikkeling. Een complex, kasteelachtig gebouw, naar een ontwerp van de architect André Lambert, werd in 1894 opgetrokken op een prominente locatie aan het hoofd van de Kirchenfeld Brücke. Het oorspronkelijke ontwerp voor een nationaal museum werd in een gereduceerd formaat gerealiseerd als het Historisches Museum Bern, nadat Zürich werd uitverkoren als standplaats voor het Zwitsers Nationaal Museum. Het gebouw met zijn historische gevel, dat enigszins verhoogd op een kunstmatige wal ligt, vormt de aanzet tot de museumwijk, die vanaf het einde van de 19e eeuw in de wijk Kirchenfeld van Bern gestalte krijgt. Sinds de oplevering kampt het museum met ruimtegebrek. De zuidvleugel werd in 1922 uitgebouwd en in 1938 werd aan de westkant het Zwitserse Pistolenmuseum toegevoegd. Lamberts plannen voor het Nationaal Museum voorzagen eigenlijk in een ‘gehucht’ van Zwitserse huizen in verschillende stijlen aan de zuidzijde, maar dit idee kwam te vervallen toen het bouwwerk dienst ging doen als Historisches Museum, hoewel het ontwerp niet werd gewijzigd. Hierdoor ontstond een ietwat geïsoleerde buitenruimte die grotendeels ongebruikt bleef. Afgezien van het doel om eindelijk het eeuwige probleem van ruimtegebrek te verhelpen, bevatte de in 2001 uitgeschreven aanbesteding voor een tweede uitbouw dus ook een stedenbouwkundig component. De bedoeling was het museum in het oostelijk deel van het terrein, aan de achterzijde, uit te bouwen. Er waren werk- en opslagruimten en magazijnen nodig, evenals een ruimte voor wisselende tentoonstellingen van circa 1000 m2. Deze laatste zou worden vormgegeven als een ‘zwarte doos’: lichtinval of prominente architectuur behoorden niet tot het programma van eisen. De architecten van het bureau :mlzd, die de opdracht werd gegund, namen de expositieruimte met zijn royale afmetingen als het vertrekpunt voor hun ontwerp. Voor hen was de dialoog tussen de uitbouw en het bestaande gebouw van belang, evenals het ‘uitvlakken’ van de diverse niveaus die buiten op het terrein waren ontstaan door de kunstmatige wal. Ze maakten de expositiehal, met een vloeroppervlakte van 21 x 43 m en een plafondhoogte van 6 meter, vast aan de achterzijde van het bestaande gebouw en verzonken deze voor de helft in de grond. Zo creëerden ze een plateau bovenop de expositieruimte en een verticaal volume ten zuiden ervan. Een brede trap verbindt de tussen de oude en nieuwe gebouwen gecreëerde buitenplaats met het gebied aan de achterkant en koppelt de ruimte tegelijkertijd met de tuin aan de noordzijde.
DIALOOG OP MEERDERE NIVEAUS
De architecten ontwierpen de zichtbare hoogbouw, waarin kantoorruimte voor het Museum, de archieven van de stad Bern en op de bovenste verdieping een bibliotheek zijn ondergebracht, ‘op de schaal van de bestaande zijvleugel’. Zo wisten ze een samenhang met de bestaande structuur tot stand te brengen. De expositieruimte die eronder ligt, is bereikbaar via de centrale toegangshal van het bestaande complex. Aan de Helvetiastrasse is een aparte ingang gecreëerd die toegang verschaft tot de stadsarchieven. Het torenachtige gebouw heeft aan de zuidzijde een rotsachtig aanzien gekregen. Inkepingen verzachten het massieve karakter van deze monolithische constructie en komen terug in de dakoppervlakken van het bestaande gebouw, die verschillende hellingshoeken hebben. De dialoog tussen oud en nieuw vinden we ook terug in de materialen en de oppervlaktestructuur. Het beton dat ook wordt gebruikt als bodembedekking voor het nieuwe plein, heeft een gelige kleur gekregen die lijkt op het zandsteen van het bestaande gebouw. De pixelachtige uitsparingen in de zuidgevel zijn gemaakt door synthetische vormen aan te brengen op de bekistingspanelen. Foto’s van de deels ingekerfde vierkante stenen blokken, gevonden in het oude gebouw, werden meermalen uitvergroot totdat alleen nog pixels te zien waren. Dit onthulde een abstract patroon van de structuur van de stenen blokken; veertien dwarsdoorsneden van dit patroon stonden model voor de uitsparingen 17 die een subtiel bindmiddel vormen tussen de bouwwerken.
RESPECTVOLLE AFSTAND
Een ander bindend element dat veel meer in het oog springt, prijkt op de noordgevel. Het kasteelachtige gebouw wordt over het hele plein weerspiegeld in de volledige glasgevel. Enerzijds dient dit om de twee bouwdelen onderling te verbinden, maar ook schept het een eerbiedwaardige afstand tussen de bestaande en nieuwe gebouwen. De glaspanelen van het 560 m2 grote oppervlak schuiven vrijwel naadloos in elkaar en vormen zo een haarscherpe kopie van het oude gebouw. Het vliesgevelsysteem CW 50-SC van Reynaers bleek hiervoor bij uitstek geschikt, aangezien de glasplaten konden worden gemonteerd zonder een klemprofiel, waardoor een nagenoeg glad vlak ontstond dat het visuele effect optimaal tot zijn recht doet komen. Vanwege het smalle profiel van het systeem (met aanzichtbreedtes binnen van 50 mm), is het uitzicht nagenoeg vrij. Bovendien is de gevel volledig op het noorden gericht, waardoor zonwering niet noodzakelijk was. Het statige en serene bouwwerk dat het bestaande complex verrijkt en niet in de schaduw stelt, heeft zich op meesterlijke wijze een plaats verworven in de stedelijke context – en kan wellicht als inspiratiebron dienen om het ‘Museumeiland’ in de wijk Kirchenfeld van Bern verder vorm te geven.
Gebruikte Reynaers Aluminium systemen
Partners bij dit project
Gevelbouwer
- Dial Norm AG
Fotograaf
- Alexander Gempeler
Andere belanghebbende
- Canton Bern (Investors)