Skip to main content
Villa Hoefsevonder

Hoe complexer, hoe beter | een interview met Annemariken Hilberink

Gepassioneerd zoekt HILBERINKBOSCH architecten altijd naar de slimste oplossingen voor complexe opgaven. Meestal zijn dat ingewikkelde woningbouwvraagstukken, maar soms draait het opeens om de vraag: wat kun je bouwen van exact zestien eiken?

Samen met haar man Geert Bosch richtte Annemariken Hilberink in 1996 HILBERINKBOSCH architecten op. Inmiddels werken er vijftien mensen in een gerenoveerde boerderij in Berlicum. Naast die boerderij staat de ’zestien eiken schuur’, een project waarmee het bureau veel aandacht genereerde. Qua aanpak is de schuur eigenlijk atypisch voor HILBERINKBOSCH, want waar het startpunt meestal een complexe woningopgave is, was het uitgangspunt hier het beschikbare materiaal. Het leverde uiteindelijk deze prettige schuur met vergaderruimte op, waarin al het hout – en zelfs de schors – van zestien eiken is verwerkt. “Mensen komen hier graag”, vertelt Hilberink. “De atmosfeer is fijn en het landschap werkt ook mee. Daardoor kunnen we het met opdrachtgevers eerder hebben over atmosfeer; hoe belangrijk die is en dat het geen vanzelfsprekendheid is.”

Het complexe begrijpelijk maken

Uitzonderingen als de schuur daargelaten, start een opdracht met een wens of vraag van een opdrachtgever. Hoe complexer, hoe beter, vinden ze bij HILBERINKBOSCH. “Er zijn veel generalisten, maar wij wilden in één ding heel goed worden. Dat werd wonen. Mede door de crisis hebben we ons gespecialiseerd in complexe woonopgaven, omdat er in die periode eigenlijk geen makkelijke opdrachten waren. Vaak zit voor zo´n complexe opdracht ook een stedenbouwkundige studie, waarmee je de randvoorwaarden voor het ontwerp schetst.” Hoe complex een vraag ook is, het resultaat moet uiteindelijk begrijpelijk en leefbaar zijn, vindt Hilberink. “En met een goede plattegrond. We vragen ons altijd af: willen we er zelf in wonen?”

Detail Beeldbuizenfabriek

Detail Beeldbuizenfabriek

Goed luisteren

Luisteren is het sleutelwoord bij het oplossen van ingewikkelde vraagstukken, zegt Hilberink. Particuliere opdrachtgevers hebben vaak al een heel duidelijk plaatje in hun hoofd. Het is de kunst om daar doorheen te prikken en goed te begrijpen hoe mensen willen leven. “Wij vragen dan bijvoorbeeld: als je straks op je terras zit, wat wil je dan om je heen hebben?” Bij grote opgaven ligt het eindbeeld nog niet vast en zijn er veel verschillende partijen met ieder hun eigen ideeën en wensen. Het is dan de kunst om al die wensen te snappen en mee te nemen. Flexibel zijn ze daarbij ook, zegt Hilberink. “Bij elke opdracht weet je: ergens in het proces moeten we bezuinigen. Sommige dingen wil je vastleggen, maar we staan open voor andere opties en ideeën.” Aannemers die met een conceptwoning bij Hilberink aankloppen en denken dat de architect wel even een geveltje voor ze ‘doet’, komen bedrogen uit. “Je moet met hun concept nog wel goede architectuur en een goede woonomgeving maken. Het ligt er wel aan hoeveel ruimte je krijgt. We proberen opdrachtgevers altijd net iets verder te krijgen dan ze eigenlijk willen.”

Beeldbuizenfabriek

Luisteren was ook essentieel bij de nieuwbouw van wijk Orthen-Links in ’s-Hertogenbosch. De wijk, met een hechte sociale structuur en vaak families die er al generaties lang wonen, moest zijn familiaire sfeer én zijn bewoners houden, vond de woningbouwcorporatie. En dat lukte: meer dan zeventig procent van de bewoners bleef in de wijk. Hilberink luisterde naar en praatte met de bewoners: “Mensen leven hier echt op straat. Daarom hebben we variëteit in de woningen aangebracht en kreeg een deel van de woningen een woonkamer aan de straatkant.” Ook heeft ieder huis een bankje met daarin een gat voor een bloempot. Hilberink, lachend: “Er past precies een kratje bier onder dat bankje. En ja, dat hebben we bewust zo uitgemikt.”

Herkenning en vervreemding

Al dat luisteren, praten en overleggen leidt uiteindelijk tot een concept waarin herkenning en vervreemding samenkomen. Hilberink legt dat uit: “Onze architectuur moet ergens herkenning geven: o ja, dat is een schuur, of een fabriek. Of je juist verwonderen, bijvoorbeeld als een gebouw van dichtbij geen fabriek blijkt te zijn, maar bestaat uit woningen. Dat is dan het vervreemdende.” Een project waar zowel het bekende als het verrassende duidelijk terugkomen, is de Beeldbuizenfabriek op Strijp-R in Eindhoven, genomineerd voor de Reynaers Projectprijs 2022. “Strijp-R is het terrein waar vroeger de beeldbuizenfabriek en de glasfabriek stonden”, 66 Beeldbuizenfabriek vertelt Hilberink.

“Piet Hein Eek is hier gevestigd, in een van de weinige overgebleven oude panden. Om de werkplaats en showroom van Eek heen zijn de nieuwe wijken ontstaan. Wij vonden het jammer dat het industriële karakter verloren ging en dat Strijp-R steeds meer een gewone woonwijk werd. Daarom maakten we een eerste schets gebaseerd op de vorm van de oorspronkelijke beeldbuizenfabriek.” Spannend was het wel om naar de opdrachtgever te stappen met dit concept. “Maar het werd supergoed ontvangen.” Woningen die zo duidelijk op een fabriek zijn geïnspireerd, vragen ook om een industriële materialisatie, vindt Hilberink. “De materialen moeten passen bij het industriële karakter. We wilden dus stalen of aluminium kozijnen en een bepaald type baksteen. Dat hebben we al heel vroeg vastgelegd. Als je de kozijnen bijvoorbeeld in hout zou uitvoeren, dan is het in één keer geen fabriek meer.

Orthen-Links

Orthen-Links

Een ander project waar werd gespeeld met het vertrouwde enerzijds en vervreemding anderzijds, is het Boerenerf in Oud Empel. “De meeste architecten hadden hier waarschijnlijk vier huizen op een rij neergezet”, zegt Hilberink, “maar na uitgebreide analyse van het dijklint hebben we de woningen niet direct aan de straat maar rond een erf gesitueerd.” Het geheel doet inderdaad denken aan een boerenerf, maar dan wel met moderne schuurwoningen en details die niet ‘kloppen’ in vergelijking met echte oude schuren en boerderijen. Ook bij Villa Hoefsevonder, eveneens genomineerd voor de Reynaers Architectuurprijs, is er eerst identificatie: de villa is duidelijk gestoeld op de omliggende boerderijen met hun rode pannendaken. Van dichtbij blijkt het pannendak echter te bestaan uit kleine keramische leien in verschillende tinten rood, die bovendien veel minder schaduwwerking hebben dan traditionele dakpannen. Toch blijft herkenning het belangrijkst, vindt Hilberink: “Volgens mij slaan wij nooit door naar vervreemding.”

Villa Hoefsevonder
Hoefsevonder

Een goed team

Gevraagd naar wat het architectenbureau verder kenmerkt, zegt Hilberink: “We zijn het gezelligste!” Een grap, maar ook weer niet. Want volgens Hilberink werkt het ’t fijnste met een team dat elkaar vertrouwt, goed samenwerkt en elkaar helpt bij problemen. Dat geldt zowel binnen het eigen architectenteam als in een bouwteam. “Je hoopt altijd op een team dat dingen voor elkaar krijgt. Dat is het beste voor de sfeer. Een team met mensen die elkaar vertrouwen en die, als er iets mis gaat, het samen oplossen.” Binnen het bureau werken alleen mensen die het hele traject van concept tot uitvoering leuk vinden, vertelt Hilberink. “Dus ook de detaillering en het controleren op de bouw. Iedereen die bij ons werkt, is van begin tot eind betrokken bij onze projecten, maar tegelijkertijd is er ook nog zoiets als leven. Daarom vermijden we ook de stress van aanbestedingen.” Met de atmosfeer zit het wel goed in en rond de eiken schuur in Berlicum.

Architect Annemariken Hilberink
Annemariken Hilberink
HILBERINKBOSCH
Gepassioneerd zoekt HILBERINKBOSCH architecten altijd naar de slimste oplossingen voor complexe opgaven. Meestal zijn dat ingewikkelde woningbouwvraagstukken, maar soms draait het opeens om de vraag: wat kun je bouwen van exact zestien eiken?

Colofon

Dit artikel werd gepubliceerd in deel twee van het boek 'De verbindende kracht van aluminium' (2023). Het boek viert de samenwerking in de bouwkolom. In interviews en trendartikelen geven onder meer architecten hun visie op de bouw, het bouwproces en de veranderingen die de bouw te wachten staan. Daarnaast is er onder meer aandacht voor hoogbouw, transformatie en herwaardering van erfgoed. 

Tekst: Margriet Brus - Klinkers Communicatie

Fotografie: Jan Willem Schouten