Skip to main content
Little C in Rotterdam

Ontwerpen op basis van vertrouwen | een interview met Bert van Breugel

Bert van Breugel is architect en partner bij Inbo. Het architectenbureau dat betrokken was bij de ontwikkelingen van Space-S en Little C, maar ook bij de Trudo Toren. Zijn ambitie: breng kwaliteit terug naar de wijk. Niet alleen door architectonisch hoogwaardige ontwerpen op te leveren, ook door een gemeenschap te creëren.

Little C in Rotterdam

“Wanneer mensen vroegtijdig bij een project betrokken worden, hun stem gehoord wordt en ze mogen meedenken, voelen zij zich veel meer verantwoordelijk”, zegt Van Breugel. Dat is een abc’tje zou je denken, maar toch is het niet de standaard waarop we in Nederland wijken ontwikkelen. Sterker nog, nadat Inbo Space-S opleverde en er volop publiciteit was, had Van Breugel verwacht dat veel meer woningbouwcorporaties zich tot zijn architectenbureau zouden wenden.

“Maar corporaties zijn terughoudend en denken dat toekomstige bewoners die participatie niet aankunnen. Het ontwerpproces van Space-S liet echter zien dat ook mensen met een kleinere portemonnee echt hierover willen meedenken. En dat het – doordat de aannemer van Space-S ook zeer betrokken was – niet duurder is en de efficiëntie niet in de weg staat. Daarom stel ik tegenwoordig overal voor: kom maar op met die bewoners, laat ze meepraten. Daar win je altijd mee. Bovendien haal ik er als architect veel lol uit.” De reikwijdte van die eerste ontmoetingen is groot. Zelfs na oplevering zijn de resultaten nog zichtbaar. “Bewoners rapen een verloren papiertje op, zorgen voor het groen, hebben appgroepen, maken afspraken over gezamenlijk gebruik van tuinen en dakterrassen én zijn trots op hun woonomgeving. Weg is de anonimiteit, mensen bij de lift en op de trap maken een praatje met elkaar. En dat allemaal omdat ze voordat ze de woning betrokken al een gemeenschap vormden.”

Trudo Toren op Strijp-S

Trudo Toren op Strijp-S

Overeenkomsten en inzichten

De blauwdruk voor de ontwerpprocessen van Space-S en Little C én de uitkomsten vertonen grote overeenkomsten. “Al was de aanleiding om in een vroege fase met elkaar in contact te komen anders. Zo wilde het Woonbedrijf in Eindhoven meer inzicht in de behoeften van hun jonge klanten. Maar het resultaat was veel groter: nog voor de bouw gestart was, was er al een buurt gecreëerd.” Exact hetzelfde gebeurde in Rotterdam waar ERA Contour avonden organiseerde voor geïnteresseerden. “De betrokkenheid merkten we hier doordat een groot deel van de mensen die meedachten later een woning kochten in Little C. Doordat zij elkaar kenden van die avonden, is de cohesie veel groter dan wanneer je de buren pas leert kennen na de sleuteloverdracht.”

Ook voor Inbo leverde deze wijze van ontwikkelen nieuwe inzichten op. Van Breugel: “Er wordt te veel voor mensen gedacht. Terwijl wij als architecten veel van bewoners kunnen leren. Hoe verhouden zij zich tot hun omgeving? Welke woonwensen hebben ze? En: wil iedereen de beschikking hebben over een woonoppervlak tussen 70 en 90 vierkante meter? Dat blijkt dus helemaal niet het geval te zijn. Niet in de sociale woningbouw, zoals Space-S, maar ook niet in het particuliere segment, zoals bij Little C. Tijdens de informatieavond die we bij De Machinist aan de monding van de Coolhaven organiseerden, bleek dat de woonwensen varieerden van 40 vierkante meter tot enkele honderden vierkante meters vloeroppervlak.”

Samen ontwerpen

Van Breugel merkt ook dat inspraak leidt tot begrip. “Doordat tijdens de bijeenkomsten iedereen zijn wensen mag inbrengen, begrijpt iedereen ook dat er concessies gedaan moeten worden. En in het eindresultaat zien zij waar hun input toe leidde.” Maar heeft hij door de bewonersparticipatie ook concessies moeten doen? “Als architect hebben we de pen in handen en tekenen we niets waar we zelf niet achter staan”, zegt hij eerlijk. Daarnaast is het zijn oprechte mening dat mensen geen concessies afdwingen, maar juist plannen verrijken. “Tijdens de bijeenkomsten in Eindhoven ging het over stedenbouw, woningtypes, buitenruimtes en architectuur. Waren grote glazen gevels wenselijk of zouden we de industriële vormgeving van Philips volgen? Dat laatste hoefde niet, maar het moest wel stoer zijn; het metselwerk geeft aan die wens invulling.”

Space-S Eindhoven

Space-S

Bij Little C presenteerden CULD en Inbo zelfs alleen sfeerbeelden. “We hadden nog geen ontwerp, alleen maar een impressie. Toen er enthousiast gereageerd werd op het metselwerk met die mooie ramen, wisten we dat we de juiste snaar raakten en hebben we die lijn in het hele plan doorgezet.” De visie bleef dus recht overeind? “Ja, we zetten onze voelsprieten uit, gingen de dialoog aan, maar we zijn ook leidend. We moeten namelijk iets maken dat werkt; architectuur is geen schilderij. Ons vakgebied moet zich bewijzen, het is toegepaste kunst. Als je met bewoners die elke dag met het gebouw te maken hebben – en er dus verstand van hebben – tot een ontwerp komt, dan verlies je geen identiteit, maar lever je gewaardeerde architectuur op.

Space-S Eindhoven

Space-S

Slimme keuzes

Bijzondere projecten realiseren vereist echter dat niet alleen het architectenbureau zich kwetsbaar opstelt en zijn nek uitsteekt, maar ook andere partijen. “Op Strijp-S waren dat bijvoorbeeld VolkerWessels (Stam + De Koning) Space-S en woningcorporatie Trudo. Zij zeiden vanaf het Space-S 29 begin in 1999: ‘We gaan hier iets tofs maken.’ En zij hielden woord!” Daar voegden ze afgelopen jaren zelfs nog twee dimensies aan toe: Haasje Over en de Trudo Toren. “Het waren de directeuren van Trudo, Jack Hock en Thom Aussems, die tegen elkaar zeiden: ‘dit kan eigenlijk niet, maar we halen Stefano Boeri naar Nederland en we gaan hier een vertical forrest realiseren’.” Omdat Inbo veel ervaring heeft om kostenefficiënt bijzondere projecten te realiseren, werd hen gevraagd mee te doen. “Met Boeri is de toren doorontwikkeld. Zij richtten zich voornamelijk op de planten, terwijl wij de toren slimmer maakten waardoor hij gerealiseerd werd voor 1450 euro per vierkante meter. Dat is ook voor een heel groot deel de verdienste van Stam + De Koning. Een combinatie van slimme engineering en een slimme directeur, Arno van Tilburg, die doet wat hij belooft en heel goed weet welke stappen hij moet zetten om het bouwproces efficiënt te laten verlopen.” Een ervaring die Van Breugel ook had bij de ontwikkeling van Space-S. “Samen maakten we goocheme keuzes. Zo zie je een gevarieerd gevelbeeld, maar de wijze waarop de kozijnen in de gevels zijn verwerkt, is identiek. Door geregeld de koppen bij elkaar te steken, ons te realiseren dat we samen aan het bouwen zijn, en af en toe een beetje water bij de wijn te doen, kunnen we namelijk veel van elkaar leren. Dat kenmerkt betrokkenheid en geeft ook vertrouwen.”

Trudo Toren op Strijp-S
Little C in Rotterdam
Architect Bert van Breugel
Bert van Breugel
Inbo
Bert van Breugel is architect en partner bij Inbo. Het architectenbureau dat betrokken was bij de ontwikkelingen van Space-S en Little C, maar ook bij de Trudo Toren. Zijn ambitie: breng kwaliteit terug naar de wijk. Niet alleen door architectonisch hoogwaardige ontwerpen op te leveren, ook door een gemeenschap te creëren.

Colofon

Dit artikel werd gepubliceerd in deel twee van het boek 'De verbindende kracht van aluminium' (2023). Het boek viert de samenwerking in de bouwkolom. In interviews en trendartikelen geven onder meer architecten hun visie op de bouw, het bouwproces en de veranderingen die de bouw te wachten staan. Daarnaast is er onder meer aandacht voor hoogbouw, transformatie en herwaardering van erfgoed. 

Tekst: Katja van Roosmalen, MKB Journalist

Fotografie: Jan Willem Schouten