Vrije doorgangshoogte en –breedte: een beknopte uitleg
Vrije doorgang is een veelgebruikte term als het gaat over de toegankelijkheid en bereikbaarheid bij calamiteiten. Het gaat dan zowel om de hoogte en breedte van deuropeningen (doorgangen) als de hoogte en breedte van ruimten waardoor een vlucht- of verkeersroute loopt. De experts van Reynaers Aluminium ontvangen regelmatig vragen over de richtlijnen hiervoor. Ook het uitvoeren van een deur conform de eisen rondom vrije doorgang roept vragen op. De beknopte uitleg in dit artikel over de regelgeving zoals opgenomen in het Besluit Bouwwerken Leefomgeving (Bbl) zoals in 2018 gepubliceerd, helpt u op de goede weg.
Hoe bepaalt u de afmeting van een vrije doorgang?
De breedte van een vrije doorgang is de kortste afstand in horizontale richting tussen twee bouwdelen. Voor de hoogte van een vrije doorgang geldt de kortste afstand in verticale richting tussen twee bouwdelen (inclusief aanslaglip). Gaat het om een deur? Dan wordt de vrije doorgang ter plaatse van de deur gemeten met de deur in geopende stand. Bij het meten van de breedte of de hoogte van een vrije doorgang tellen ook een deurklink, dranger, een leuning en andere ondergeschikte bouwdelen mee.
Een vrije doorgang is te realiseren met een enkele of een dubbele deur. De dubbele deur mag in zijn geheel worden aangemerkt als 'doorgang'. De breedtematen van de loopdeur (actieve deur) of de vaste deur (passieve deur) zijn dan niet van belang.
Welke minimale afmetingen moet een vrije doorgang hebben?
Het Bbl geeft regels voor de vrije doorgang waaraan nieuwbouw moet voldoen, zodat een bouwwerk voor alle gebruikers, dus inclusief rolstoelgebruikers, voldoende toegankelijke ruimten heeft. Er gelden de volgende eisen:
- De vrije breedte van de doorgang moet minimaal 0,85 meter zijn.
- De vrije hoogte van de doorgang moet minimaal 2,1 meter zijn. Voor een woonfunctie (met uitzondering van een woonwagen) geldt een minimale vrije hoogte van 2,3 meter.
- Bij bestaande bouw geldt een minimale vrije breedte van 0,5 meter en vrije hoogte van 1,7 meter.
- Voor de lichte industriefunctie en de overige gebruiksfuncties gelden geen eisen voor de afmetingen van de vrije doorgang naar een andere ruimte in een gebouw.
- Heeft een ruimte meer dan één toegang? Dan moet elke toegang de vereiste vrije doorgang hebben.
- Bij elke toegang van een woning vanuit een gemeenschappelijke verkeersruimte of vanaf het aansluitende terrein moet een drempeldetail van 0,02 meter aanwezig zijn (deze eis gaat vooralsnog niet gelden ter plaatse van een balkon of dakterras, mogelijk zal hier in de toekomst wel een eis aan worden gesteld).
Vrije doorgang naar buitenruimte
De toegangsdeur is vaak niet de enige deur in een appartement of woning. Voor balkondeuren gelden de volgende eisen*:
- Wanneer de buitenruimte (tuin, balkon, loggia of dakterras) een voorgeschreven buitenruimte is bij een woonfunctie (als bedoeld in artikel 4.174 van het Bbl) dan moet de vrije doorgang naar deze buitenruimte een vrije breedte hebben van ten minste 0,85 meter en een vrije hoogte van ten minste 2,3 meter (artikel 4.180, lid 1 Bbl).
*Niet iedere terrasdeur, tuindeur of balkondeur hoeft de bovengenoemde vrije doorgangen te bieden. Dat is alleen nodig als het gaat om een voorgeschreven buitenruimte, of als door de deuropening een noodzakelijke toegangsroute of vluchtroute loopt.
Reynaers Aluminium biedt ook voor balkondeuren specifieke oplossingen die de toegankelijkheid en onbelemmerde doorloop verhogen. Zo is er voor MasterLine 8 een speciale balkondorpel ontwikkeld van 0,02 meter. Naast het voordeel van de lage dorpel beschikt MasterLine 8 over hoge prestaties en de mogelijkheid tot het toevoegen van raambeslag waarmee de deur ook kan kiepen.
Vrije doorgang als vluchtroute
Een vluchtroute moet voldoende vrije breedte en hoogte hebben zodat mensen in het gebouw bij brand een veilige plaats kunnen bereiken. Het gaat dan om de hoogte en breedte van ruimten waardoor een vluchtroute loopt, maar ook om de hoogte en breedte van deuropeningen (doorgangen).
De volgende eisen gelden:
- Een vrije breedte van ten minste 0,85 meter.
- Een vrije hoogte van minimaal 2,1 meter. Voor een woonfunctie (met uitzondering van een woonwagen) geldt een minimale vrije hoogte van 2,3 meter.
- Bij bestaande bouw geldt een minimale vrije breedte van 0,5 meter en vrije hoogte van 1,7 meter.
- Loopt een vluchtroute vanuit de woonfunctie over de buitenruimte? Dan moet de doorgang een vrije breedte hebben van 0,85 meter en een vrije hoogte van 2,1 meter.
Bij een woonfunctie voor particulier eigendom zijn de eisen voor een vluchtroute door een vrije doorgang gelijk aan die voor bestaande bouw. Hiervoor geldt:
- Een deurbreedte van minimaal 0,5 meter (in plaats van 0,85 meter);
- Een deurhoogte van minimaal 1,7 meter (in plaats van 2,3 meter (artikel 4.9 Bbl)
Voor de vrije doorgang van een verkeersroute bij particuliere woningen stelt het Bbl geen eisen.
Reynaers Aluminium biedt diverse mogelijkheden om een deur als vluchtdeur uit te voeren. Zo werd bij VO Jenaplan school De Metameer in Boxmeer een speciale oplossing voor vluchtwegen en paniekdeuren toegepast.