Normen luchtdoorlatendheid woningen
Gebouwen moeten steeds energiezuiniger worden. Luchtdoorlatendheid is dan een belangrijke waarde. Welke klassen en normen gelden voor luchtverlies bij woningen en specifiek voor ramen, deuren en vliesgevels?
Luchtdoorlatendheid
De luchtdoorlatendheid betekent de luchtvolumestroom die ontstaat via de kieren en naden die zich in de gebouwschil bevinden. De luchtdoorlatendheid mag conform het Bouwbesluit niet meer zijn dan 200 dm³/s bij 10 Pascal. Er verdwijnt dan echter nog een grote hoeveelheid lucht via de gebouwschil en dat is ongewenst. Daarom wordt in de EPC-berekening* een waarde voor de luchtdichtheid opgegeven: de qv;10. De uitkomst van deze waarde is altijd lager, en dus strenger, dan in het Bouwbesluit staat.
Drie klassen
In Nederland wordt de luchtdichtheid uitgedrukt in drie klassen.
- Klasse 1: Basis wordt als basisklasse aangeduid en moet als ondergrens worden beschouwd. Deze klasse voldoet aan het Bouwbesluit en heeft verder geen bijzondere eisen. Klasse 1 komt tegenwoordig in de uitvoerende bouw vrijwel niet meer voor.
- Klasse 2: Goed wordt als goed aangeduid en dient als standaard (ondergrens) voor woongebouwen en woningen. Deze klasse voldoet aan de eisen voor energiezuinig bouwen en wordt gezien als de gewenste huidige standaard. Klasse 2 voldoet in de huidige bouwpraktijk voor nieuwbouwwoningen.
- Klasse 3: Uitstekend wordt als uitstekend aangeduid en is de ondergrens voor het Passiefhuisconcept en voor energieneutraal bouwen. Om deze klasse te behalen zijn extra eisen nodig. Klasse 3 moet voor Passief Bouwen aangehouden worden.
Twee normen voor luchtdichtheid
Kozijnen worden op luchtdichtheid getest conform de Europese norm EN 12207. Qv;10 komt voort uit de norm NEN 2687 die gaat over de luchtdichtheid van een complete ruimte of gebouw. Kozijnen zijn daar uiteraard een onderdeel van maar ook de bouwkundige aansluitingen zijn erg belangrijk. Of een kozijn voldoet aan qv;10 is een vraag die niet beantwoord kan worden. Qv;10 gaat namelijk over de gehele ruimte en is dus van meer factoren afhankelijk.
De luchtdruk waarbij naar luchtverlies wordt gekeken verschilt in de twee normen. Waar in de EN 12207 wordt getest op een drukverschil van bijvoorbeeld 600 Pa., gaat de EN 2687 uit van een drukverschil van 10 Pa. Om dit verschil te overbruggen kunnen de testresultaten van de kozijnen geëxtrapoleerd worden zodat een aanname gedaan kan worden voor het luchtverlies van een element op 10 Pa.
De luchtdoorlatendheid van ramen en deuren wordt bepaald met behulp van een beproeving in een proefkast. Daarbij wordt de luchtdoorlatendheid in m3/h gemeten bij drukverschillen van 50, 100, 150, 200, 250, 300, 450 en 600 Pascal. Op basis van die gegevens kan door extrapolatie de luchtlekkage bij 10 Pa bepaald worden.
Prestatie-eisen ramen, deuren en vliesgevels
Voor ramen en deuren gelden de volgende prestatie-eisen bij een drukverschil van 10 Pa:
- Max. luchtlekkage van naden (rubber en ontmoetingen tussen profielen):
0,1 m3/h per strekkende meter; - Max. luchtlekkage van sluitnaden met een dubbele dichting:
0,15 m3/h per strekkende meter; - Max. luchtlekkage van sluitnaden met een enkele dichting:
0,4 m3/h per strekkende meter; - Max. luchtlekkage van borstelafdichtingen tussen schuivende delen:
1,0 m3/h per strekkende meter.
Voor vliesgevels geldt de volgende prestatie-eis bij een drukverschil van 10 Pa:
- Max. luchtlekkage van naden:
0,1 m3/h per strekkende meter.
Elementen van bijvoorbeeld ConceptSystem 77 kunnen voldoen aan klasse 4 volgens NEN 12207. Ook deuren kunnen voldoen aan klasse 4. Dan gaat het om enkele deuren met een aluminium dorpel. Dubbele deuren met een aluminium dorpel halen klasse 3. In de Europese DOP (Declaration of Performance) zijn deze resultaten opgenomen.
Meer informatie
Heeft u vragen over de normen van luchtdoorlatendheid? Neem contact op met de afdeling Support, bereikbaar via telefoonnummer +31(0)492 - 56 10 31.
* De Energieprestatiecoëfficiënt (EPC) is een index die de energetische efficiëntie van een nieuwbouw aangeeft. Nieuwe gebouwen moeten op het gebied van energiezuinigheid aan bepaalde eisen voldoen. Dit wordt uitgedrukt in de EPC-norm. Hoe energiezuiniger het gebouw, hoe lager de EPC.